Lezing van de dag

Vorige week - Vorige dag - Volgende dag - Volgende week

Lezing van 19 november 2025

Uit het 2e boek der Makkabeeën 7,1.20-31.

In die dagen werden zeven broers en hun moeder gearresteerd en op bevel van de koning
met gesels en riemen gemarteld om hen te dwingen verboden varkensvlees te eten.
Bewonderingswaardig was een moeder. Als iemand het verdient dat haar nagedachtenis
in ere wordt gehouden, is zij het wel. In één dag tijd zag zij zeven zonen omgekomen,
maar zij doorstond het heldhaftig, omdat ze haar hoop op de Heer gevestigd hield.
Vastberaden sprak ze ieder van hen bemoeidgend toe, in hun moedertaal,
haar vrouwelijke overwegingen kracht bijzettend met mannelijk koelbloedigheid:
Hoe jullie in mijn buik ontstaan zijn weet ik niet. Niet ik heb jullie de levenadem geschonken
of de bestanddelen waaruit ieder van jullie gestaat tot een harmonisch geheel geordend.
De Schepper van de wereld, die aan de oorsprong staat van het onstaan van de mens
en die van alles het ontstaan heeft uitgedacht, zal jullie in zijn barmhartigheidde
levensadem teruggeven, omdat jullie jezelf nu opofferen omwille van zijn voorschriften.
Antiochus, ín de veronderstelling dat zij zich minachtend over hem uitliet,
dacht in haar stem een belediging aan zijn adres te beluisteren. Daarom deed hij,
toen alleen de jongste nog was overgebleven, niet alleen met woorden een beroep op hem,
maar verzekerde hem ook met plechtige ede, dat hij hem rijk en gelukkig zou maken
als hij de tradities van zijn voorouders zou afzweren. Hij zou hem dan
in de kring van zijn vertouwelingen opnemen en hem belangrijke functies toevertrouwen.
Maar de jongeman ging hier niet op in. Daarop riep de koning de moeder erbij
en spoorde haar aan de jongen aan zijn verstand te brengen dat hij
door dit aanbod aan te nemen zijn leven kon redden.
Hij drong zo lang aan dat ze zich ten slotte bereid verklaarde om met de jongen te spreken.
Daarmee hield ze wrede tiran echter voor de gek, want toen ze zich naar haar zoon overboog
zei ze in hun moedertaal tegen hem: 'Mijn zoon, heb medelijden met mij. Negen maanden
heb ik je in mijn buik gedragen, en drie jaren heb ik je gezoogd heb. Ik heb je opgevoed
en grootgebracht tot wat je nu bent, en al die jaren heb ik je gekoesterd.
Nu vraag ik je, mijn kind, kijk naar de hemel, en de aarde en alles wat ze bevatten,
en besef dat God dit alles niet gemaakt heeft uit iets dat al bestond, en weet
dat ook de mensheid op dezelfde wijze ontstaan is.
Wees niet bang voor die beul, maar laat zien dat je je broers waardig bent
en aanvaard de dood, dan zal ik door Gods barmhartigheid jou en je broers terugkrijgen.
Nauwelijks had ze dit gezegd, of de jongen riep uit: 'Waar wacht u op?
Ik gehoorzaam het bevel van de koning niet, ik gehoorzaam het bevel van de wet,
die Mozes onze voorouders heeft gegeven.
En u, aanstichter van alle rampspoed die de Hebreeën treft,
denk maar niet dat u aan greep van God zult ontkomen.


Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org

Dagelijkse Vieringen