Hij ruste in vrede!

Gepubliceerd op Arsacal.nl op woensdag, 2 september 2020
Een bericht van Mgr. Hendriks over kardinaal Simonis, die jarenlang heel graag in onze Kathedraal kwam:
Op woens­dag­avond 2 sep­tem­ber bereikte ons het bericht dat kar­di­naal Adrianus Simonis vrij plot­se­ling is overle­den, kort na aan­komst in een hospice in Sassenheim. Donder­dag­och­tend 3 sep­tem­ber vier ik om 9.30 uur de heilige Mis tot zijn intentie in de kapel van De Tilten­berg.

Mijn erva­ringen

Kar­di­naal Simonis was bischop van Rotter­dam voordat hij aarts­bis­schop van Utrecht werd en hij heeft mij de diaken en pries­ter­wij­ding toege­diend. In 1971 was hij tot bis­schop- van Rotter­dam gewijd (20 maart) en een jaar later had­den een klas­ge­noot van mij en ik een gesprek met hem over ons verlangen om pries­ter te wor­den. Waar­schijn­lijk had ik hem - onbewust - eerder gezien tij­dens het Pas­to­raal Concilie dat plaats vond in de aula van Leeuwenhorst, het (voor­ma­lig) klein­semi­narie van het bisdom Rotter­dam.

Op aan­wij­zing van bis­schop Simonis ging ik na het gymnasium naar de KThA in Am­ster­dam, waarbij de bis­schop aan­wij­zingen gaf over de plaats waar ik zou wonen en de pries­ter die gees­te­lij­ke be­ge­lei­ding zou geven. Na een jaar wees die gees­te­lij­ke be­ge­lei­ding me de weg naar Rolduc, waar toen een semi­na­rie zou beginnen met een eigen les­pro­gramma.

Als pries­ter­stu­dent ontmoette ik bis­schop Simonis met regelmaat bij zijn bezoeken op het semi­na­rie Rolduc en in de vakanties. In 1979 heeft mgr. Simonis mij tot diaken en later dat jaar tot pries­ter gewijd. Nadat ik bijna twee jaar als kape­laan in de Haagse H. Familie­paro­chie had gewerkt, gaf mgr. Simonis me de opdracht in Rome canoniek recht te gaan stu­de­ren en hij vroeg me - vlak voordat hij als coad­ju­tor naar Utrecht ver­trok - docent te wor­den op het semi­na­rie Rolduc. In Rome zag ik kar­di­naal Simonis als hij naar de eeuwige stad kwam en in het Neder­lands college logeerde waar ik toen woonde. Het contact is altijd wel gebleven, zij het niet zeer frequent totdat hij de laatste jaren dich­ter­bij kwam wonen, in Voorhout.

Geen ‘hardliner’

Kar­di­naal Simonis was zeker geen ‘hardliner’, maar eerder een sympathieke, een­vou­dige en harte­lijke persoon. Maar hij had zijn geloofs­over­tui­ging en daarin was hij volle­dig, in alles een man van de kerk. Die over­tui­ging liet hij zich zeker niet afnemen door wat voor mode of stro­ming ook. Dat betekende dat hij in de zeven­tiger jaren van de vorige eeuw als con­ser­va­tief werd gezien, maar gelei­de­lijk groeide er steeds meer begrip voor zijn opvat­tingen en men­se­lijke in­stel­ling. Hij had mis­schien niet altijd het diplo­ma­tiek juiste woord in een concrete situatie, maar degene die daar op dat moment door­heen wist te zien, zag een man die oprecht, een­vou­dig en gelovig was. Hij heeft het geloof bewaard.

Dat zij U kennen!

In de eerste jaren in het bisdom Rotter­dam heeft zijn nadruk op het gebed, het geloof, het pries­ter­schap hem in de publi­ci­teit veel hoon opgeleverd. Alleen zijn wapen­spreuk ‘Ut cognoscant Te’ (Dat zij U kennen) vond men toen al arrogant. Maan­de­lijks schreef hij in die eerste tijd een brief aan het bisdom, die in de pa­ro­chies werd verspreid (waar de pastoors bereid waren mee te werken) en waaruit deze geest sprak: hij wilde van een pratende kerk een bid­dende kerk maken. Het werkte! Na jaren van totale leegte, kwamen er weer pries­terroe­pingen, totdat er weer zo'n der­tig kan­di­da­ten voor het bisdom waren. Hij had het belang van gees­te­lij­ke zaken en van een roe­ping om Jezus Christus na te volgen weer in het centrum van de geloofsaan­dacht geplaatst.

Rustiger

Zijn vele jaren als aarts­bis­schop van Utrecht waren al wat rus­tiger. Langzamer­hand wist hij de harten van zijn dio­ce­sanen te veroveren en door zijn eenvoud, harte­lijk­heid, aan­dacht voor de persoon en zijn geloof, de mensen een beeld van Christus, de goede herder te laten zien.
Hij was geen optimist, maar zijn na­tuur­lijke pessimisme werd getemperd door geloof en overgave.

Nu is hij niet meer onder ons. Gelukkig heeft hij geen lang ziek­bed gekend, want tegen dat proces van sterven en de dood zag hij op. De Heer heeft hem thuis gehaald, zonder veel omwegen.

Moge hij rusten in vrede, moge Hij de Heer nu kennen en zien van aange­zicht tot aange­zicht!