Soort Lezing
Evangelielezing van 5 september 2024
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 5,1-11.
Op zekere dag stond Jezus aan de oever van het meer van Gennesaret, terwijl de mensen op Hem aandrongen om het woord Gods te horen.
Hij zag nu twee boten liggen aan de oever van het meer; de vissers waren eruit gegaan en spoelden hun netten.
Hij stapte in een van de boten, die van Simon en vroeg hem een eindje van wal te steken. Hij ging zitten en vanuit de boot vervolgde Hij zijn onderricht aan het volk.
Toen Hij zijn toespraak had geeindigd, zei Hij tot Simon: 'Vaar nu naar het diepe en gooi uw netten uit voor de vangst.'
Simon antwoordde: 'Meester, de hele nacht hebben we gezwoegd zonder iets te vangen, maar op uw woord zal ik de netten uitgooien.'
Ze deden het en vingen zulk een massa vissen in hun netten,
dat deze dreigen te scheuren. Daarom wenkten ze hun maats in de andere boot om hen te komen helpen. Toen die gekomen waren, vulden zij de beide boten tot zinkens toe.
Bij het zien daarvan viel Simon Petrus Jezus te voet en zei: 'Heer, ga van mij weg, want ik ben een zondig mens.'
Ontzetting had zich meester gemaakt van hem en allen die bij hem waren vanwege de vangst die ze gedaan hadden;
en zo verging het ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, die met Simon samenwerkten. Jezus echter sprak tot Simon: 'Weest niet bevreesd, voortaan zult ge mensen vangen.'
Ze brachten de boten aan land en lieten alles achter om Hem te volgen.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org
Op zekere dag stond Jezus aan de oever van het meer van Gennesaret, terwijl de mensen op Hem aandrongen om het woord Gods te horen.
Hij zag nu twee boten liggen aan de oever van het meer; de vissers waren eruit gegaan en spoelden hun netten.
Hij stapte in een van de boten, die van Simon en vroeg hem een eindje van wal te steken. Hij ging zitten en vanuit de boot vervolgde Hij zijn onderricht aan het volk.
Toen Hij zijn toespraak had geeindigd, zei Hij tot Simon: 'Vaar nu naar het diepe en gooi uw netten uit voor de vangst.'
Simon antwoordde: 'Meester, de hele nacht hebben we gezwoegd zonder iets te vangen, maar op uw woord zal ik de netten uitgooien.'
Ze deden het en vingen zulk een massa vissen in hun netten,
dat deze dreigen te scheuren. Daarom wenkten ze hun maats in de andere boot om hen te komen helpen. Toen die gekomen waren, vulden zij de beide boten tot zinkens toe.
Bij het zien daarvan viel Simon Petrus Jezus te voet en zei: 'Heer, ga van mij weg, want ik ben een zondig mens.'
Ontzetting had zich meester gemaakt van hem en allen die bij hem waren vanwege de vangst die ze gedaan hadden;
en zo verging het ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, die met Simon samenwerkten. Jezus echter sprak tot Simon: 'Weest niet bevreesd, voortaan zult ge mensen vangen.'
Ze brachten de boten aan land en lieten alles achter om Hem te volgen.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org