Uitvoering van Mozarts Requiem, Ave Verum en Davide Penitente
door Bavo Cantorij, Kamerkoor Zuid, VU-orkest en Solisten
m.m.v. Schoolkoor Koorschool Haarlem
Requiem (KV 626)
Wolfgang Amadeus Mozart (1756 – 1791) begon als wonderkind. Hij werd bejubeld en aanbeden door zowel de burgerij als de adel. Mozart groeide uit tot een zeer veelzijdig componist, met een oeuvre van ruim zeshonderd zeer uiteenlopende werken. Een geweldige prestatie, zeker als je nagaat dat de componist slechts vijfendertig jaar oud werd. Ondanks zijn imposante oeuvre, eindigde zijn leven tragisch: total loss, doodziek en op de hielen gezeten door schuldeisers.
In de laatste dagen van zijn leven, zelfs op zijn sterfbed, schreef Mozart zijn Requiem (1791). Geïnspireerd door werken van vroegere meesters uit de Barok, de oratoria van Händel, de religieuze werken van J.S. Bach en niet te vergeten het Stabat Matervan Pergolesi, kwam de dodenmis tot stand. Aangenomen wordt dat Mozart zijn Requiem schreef in opdracht van graaf Franz von Walsegg. Andere bronnen vermelden dat het om een anonieme graaf zou gaan die er goed voor wilde betalen en het onder zijn eigen naam zou willen uitbrengen. In ieder geval was het werk onderwerp van veel romantische speculatie vanwege de ongebruikelijke omstandigheden. Luister en huiver naar dit stuk angstaanjagende en opzwepende muziek! Geniet vooral van het Kyrie, het Dies Irae, Tuba Mirum, Lacrimosa en het Sanctus.
Waar Mozart de kracht vandaan haalde om dit stuk te schrijven, God zal het weten. De blijheid, de jubel en de swing die de stervende aan het stuk meegaf, doet de luisteraar haast vergeten dat het hier om een dodenmis gaat. Doodziek, koortsig en soms ijlend werkte Mozart dag en nacht aan zijn laatste werk. Het is niet overdreven te stellen dat Mozart tijdens het schrijven van dit machtige werk reeds met één been in de hemel stond.
Op veel plaatsen was het Requiem nog onvoltooid en bestonden er louter schetsen. Mozarts oud-leerling, vriend en collega Franz Süszmayer (1766 – 1803) heeft de dodenmis voltooid. Hij deed dit op verzoek van Constanze, de echtgenote van Mozart. De componist stierf op 5 december 1791.
De Oostenrijkse musicoloog professor Ludwig Alois Friedrich von Köchel (1800-1877) maakte in 1862 een lijst van alle werken van Mozart, die bekend is geworden als de Köchel-Verzeichnis (KV). KV 1 staat dus voor het eerste werk van Mozart, KV 626, het Requiem, voor zijn laatste.
Ave Verum (KV618)
Het Ave Verum Corpus (“Gegroet waarachtig lichaam”) voor gemengd koor, strijkers en orgel is de laatste compositie die Mozart voor de kerk schreef. Dit gezang schreef hij tijdens zijn laatste levensjaar, 6 maanden voor zijn dood.
Davide Penitente (KV 469)
Het Davide Penitente ("De berouwvolle David"), zowel aangeduid als een cantate als ook een oratorium, dateert uit 1785. Het is gebaseerd op delen van Mozarts onvoltooide grote mis in C-mineur (Mis KV 427 uit 1782). Hij gebruikte eenvoudig het Gloria en Kyrie van de onvoltooide mis en voegde hier een tenor aria "A te, fra tanti affanni" en een sopraan aria "Fra l’oscure ombre funeste" aan toe. Mozart voorzag het stuk vervolgens van nieuwe Italiaanse woorden, geïnspireerd door het boek der psalmen. Davide Penitente ging op 13 maart 1785 in Wenen in première.
Kaartverkoop: www.bavoconcert.nl of via de QRcode op de voorzijde van de flyer
e-mailadres: producent@koorschoolhaarlem.nl