Soort Lezing
Lezing van 21 november 2023
Uit het 2e boek der Makkabeeën 6,18-31.
In die dagen werd Eleazar, een van de belangrijkste schriftgeleerden, een man
van hoge leeftijd met een voornaam uiterlijk, gedwongen varkensvlees te eten.
Maar hij spuwde het uit, zoals iedereen zou moeten doen die consequent weigert
voedsel te eten waarvan men zelfs niet mag nemen wanneer zijn leven op het spel staat.
Hij verkoos een eervolle dood boven een onrein leven en ging vrijwillig naar het schavot.
De mannen die erop moesten toezien dat hij het onreine vlees at,
kenden hem nog van vroeger. Daarom namen ze hem apart
en raadden hem in vertrouwen aan om vlees te halen dat hij wel mocht gebruiken,
het zelf te bereiden en net te doen alsof hij het door de koning verordende offervlees at.
Als hij dat deed, zou hij gevrijwaard zijn van de doodstraf
en vanwege zijn oude vriendschap met hen lankmoedig behandeld worden.
Maar Eleazar nam een nobel besluit, passend bij zijn hoge ouderdom
en zijn eerbiedwaardige grijze haren en geheel in de lijn van zijn van jongs af aan
onberispelijke gedrag, en vooral ook in overeenstemming met de heilige, goddelijke wetgeving.
Hij verklaarde dat men hem maar meteen naar het dodenrijk moest sturen en zei:
‘Het zou mijn leeftijd onwaardig zijn wanneer ik huichelde en bij de jongeren
de veronderstelling zou wekken dat ik op mijn negentigste jaar
nog uitheemse gebruiken had overgenomen.
Daarmee zou ik hen, omwille van het kleine beetje leven dat mij nog te wachten staat,
op een dwaalspoor brengen en zelf een onreine smet op mijn ouderdom werpen.
Zelfs als ik voor het moment mijn menselijke straf zou ontlopen,
zou ik nooit aan de greep van de Almachtige ontkomen, noch bij mijn leven, noch bij mijn dood.
Maar door nu met opgeheven hoofd het leven te verlaten,
zal ik me mijn ouderdom waardig betonen
en de jongeren het edele voorbeeld stellen dat men omwille van de eerbiedwaardige,
heilige voorschriften bereid moet zijn onverschrokken een nobele dood te sterven.’
Meteen na deze woorden betrad Eleazar het schavot.
Degenen die hem even tevoren nog zo welwillend tegemoet waren getreden,
behandelden hem nu vijandig, omdat ze het waanzin vonden wat hij had gezegd.
Vlak voor hij onder de slagen bezweek, verzuchtte hij: ‘De Heer,
die beschikt over heilig inzicht, weet dat ik, die de doodstraf had kunnen ontlopen,
nu weliswaar zo gegeseld word dat mijn lichaam ondraaglijke pijnen lijdt,
maar dat mijn geest dit alles uit ontzag voor hem blijmoedig ondergaat.’
Zo stierf hij, en zijn dood was niet alleen voor de jongeren,
maar voor bijna iedereen van ons volk
een onvergetelijk voorbeeld van edelmoedigheid en deugd.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org
In die dagen werd Eleazar, een van de belangrijkste schriftgeleerden, een man
van hoge leeftijd met een voornaam uiterlijk, gedwongen varkensvlees te eten.
Maar hij spuwde het uit, zoals iedereen zou moeten doen die consequent weigert
voedsel te eten waarvan men zelfs niet mag nemen wanneer zijn leven op het spel staat.
Hij verkoos een eervolle dood boven een onrein leven en ging vrijwillig naar het schavot.
De mannen die erop moesten toezien dat hij het onreine vlees at,
kenden hem nog van vroeger. Daarom namen ze hem apart
en raadden hem in vertrouwen aan om vlees te halen dat hij wel mocht gebruiken,
het zelf te bereiden en net te doen alsof hij het door de koning verordende offervlees at.
Als hij dat deed, zou hij gevrijwaard zijn van de doodstraf
en vanwege zijn oude vriendschap met hen lankmoedig behandeld worden.
Maar Eleazar nam een nobel besluit, passend bij zijn hoge ouderdom
en zijn eerbiedwaardige grijze haren en geheel in de lijn van zijn van jongs af aan
onberispelijke gedrag, en vooral ook in overeenstemming met de heilige, goddelijke wetgeving.
Hij verklaarde dat men hem maar meteen naar het dodenrijk moest sturen en zei:
‘Het zou mijn leeftijd onwaardig zijn wanneer ik huichelde en bij de jongeren
de veronderstelling zou wekken dat ik op mijn negentigste jaar
nog uitheemse gebruiken had overgenomen.
Daarmee zou ik hen, omwille van het kleine beetje leven dat mij nog te wachten staat,
op een dwaalspoor brengen en zelf een onreine smet op mijn ouderdom werpen.
Zelfs als ik voor het moment mijn menselijke straf zou ontlopen,
zou ik nooit aan de greep van de Almachtige ontkomen, noch bij mijn leven, noch bij mijn dood.
Maar door nu met opgeheven hoofd het leven te verlaten,
zal ik me mijn ouderdom waardig betonen
en de jongeren het edele voorbeeld stellen dat men omwille van de eerbiedwaardige,
heilige voorschriften bereid moet zijn onverschrokken een nobele dood te sterven.’
Meteen na deze woorden betrad Eleazar het schavot.
Degenen die hem even tevoren nog zo welwillend tegemoet waren getreden,
behandelden hem nu vijandig, omdat ze het waanzin vonden wat hij had gezegd.
Vlak voor hij onder de slagen bezweek, verzuchtte hij: ‘De Heer,
die beschikt over heilig inzicht, weet dat ik, die de doodstraf had kunnen ontlopen,
nu weliswaar zo gegeseld word dat mijn lichaam ondraaglijke pijnen lijdt,
maar dat mijn geest dit alles uit ontzag voor hem blijmoedig ondergaat.’
Zo stierf hij, en zijn dood was niet alleen voor de jongeren,
maar voor bijna iedereen van ons volk
een onvergetelijk voorbeeld van edelmoedigheid en deugd.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org