Soort Lezing
Lezing van 26 june 2025
Uit het boek Genesis 16,1-12.15-16.
Sarai de vrouw van Abram had hem geen kinderen geschonken. Nu had zij een Egyptische slavin, Hagar.
‘Luister,’ zei Sarai tegen Abram, ‘de Heer houdt mijn moederschoot gesloten.
Je moest maar met mijn slavin slapen, misschien kan ik door haar
nakomelingen krijgen. ’ Abram stemde met haar voorstel in
en Sarai gaf hem haar Egyptische slavin Hagar tot vrouw; Abram woonde toen tien jaar in Kanaän.
Hij sliep met Hagar en zij werd zwanger. Toen Hagar merkte dat ze zwanger was,
verloor ze elk respect voor haar meesteres.
Sarai zei tegen Abram: ‘Voor het onrecht dat mij wordt aangedaan ben jij verantwoordelijk!
Ik heb je mijn slavin ter beschikking gesteld, en nu ze weet dat ze zwanger is
toont ze geen enkel respect meer voor mij. Laat de Heer maar beoordelen
wie er in zijn recht staat: ik of jij.’
Abram antwoordde: ‘Het is jouw slavin, doe met haar wat je goeddunkt.’
Toen maakte Sarai haar het leven zo zwaar dat ze vluchtte.
Een engel van de Heer trof haar in de woestijn aan bij een waterbron,
de bron die aan de weg naar Sur ligt.
Hagar, slavin van Sarai, waar kom je vandaan en waar ga je heen?’ vroeg hij.
‘Ik ben gevlucht voor Sarai, mijn meesteres,’ antwoordde ze.
‘Ga naar je meesteres terug,’ zei de engel van de Heer, ‘en wees haar weer gehoorzaam.’
En hij vervolgde: ‘Ik zal je heel veel nakomelingen geven, zo veel dat ze niet te tellen zullen zijn.
Je bent nu zwanger en je zult een zoon ter wereld brengen. Die moet je Ismaël noemen,
want de Heer heeft gehoord hoe zwaar je het te verduren had.
Een wilde ezel van een mens zal hij zijn: hij schopt iedereen, iedereen schopt hem.
Met al zijn verwanten zal hij in onmin leven.’
Zo schonk Hagar aan Abram een zoon, en Abram noemde den zoon, dien Hagar hem baarde, Ismaël.
Abram was zes en tachtig jaar oud, toen Hagar hem Ismaël baarde.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org
Sarai de vrouw van Abram had hem geen kinderen geschonken. Nu had zij een Egyptische slavin, Hagar.
‘Luister,’ zei Sarai tegen Abram, ‘de Heer houdt mijn moederschoot gesloten.
Je moest maar met mijn slavin slapen, misschien kan ik door haar
nakomelingen krijgen. ’ Abram stemde met haar voorstel in
en Sarai gaf hem haar Egyptische slavin Hagar tot vrouw; Abram woonde toen tien jaar in Kanaän.
Hij sliep met Hagar en zij werd zwanger. Toen Hagar merkte dat ze zwanger was,
verloor ze elk respect voor haar meesteres.
Sarai zei tegen Abram: ‘Voor het onrecht dat mij wordt aangedaan ben jij verantwoordelijk!
Ik heb je mijn slavin ter beschikking gesteld, en nu ze weet dat ze zwanger is
toont ze geen enkel respect meer voor mij. Laat de Heer maar beoordelen
wie er in zijn recht staat: ik of jij.’
Abram antwoordde: ‘Het is jouw slavin, doe met haar wat je goeddunkt.’
Toen maakte Sarai haar het leven zo zwaar dat ze vluchtte.
Een engel van de Heer trof haar in de woestijn aan bij een waterbron,
de bron die aan de weg naar Sur ligt.
Hagar, slavin van Sarai, waar kom je vandaan en waar ga je heen?’ vroeg hij.
‘Ik ben gevlucht voor Sarai, mijn meesteres,’ antwoordde ze.
‘Ga naar je meesteres terug,’ zei de engel van de Heer, ‘en wees haar weer gehoorzaam.’
En hij vervolgde: ‘Ik zal je heel veel nakomelingen geven, zo veel dat ze niet te tellen zullen zijn.
Je bent nu zwanger en je zult een zoon ter wereld brengen. Die moet je Ismaël noemen,
want de Heer heeft gehoord hoe zwaar je het te verduren had.
Een wilde ezel van een mens zal hij zijn: hij schopt iedereen, iedereen schopt hem.
Met al zijn verwanten zal hij in onmin leven.’
Zo schonk Hagar aan Abram een zoon, en Abram noemde den zoon, dien Hagar hem baarde, Ismaël.
Abram was zes en tachtig jaar oud, toen Hagar hem Ismaël baarde.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org