Lezing van de dag

Vorige week - Vorige dag - Volgende dag - Volgende week

Lezing van 24 march 2025

Uit het 2e boek der Koningen 5,1-15a.

In die dagen was Naäman, de legeroverste van de koning van Aram, zeer gezien bij zijn heer
en had grote invloed, want door hem had God de Heer voor Aram uitkomst gebracht.
Hij was een groot soldaat, maar de man leed aan een huidziekte.
Nu hadden Arameese benden eens een strooptocht ondernomen in Israël
en daarbij een jong meisje buitgemaakt, dat was nu in dienst bij de vrouw van Naäman.
Ze zei tot haar meesteres: “Och, kon mijn heer maar eens naar de profeet gaan,
die in Samaria woont, die zou hem wel van zijn ziekte afhelpen.”
Naäman ging aan zijn heer vertellen wat het meisje uit Israël gezegd had.
Toen zei de koning van Aram: “Ga erheen, ik zal u een brief meegeven voor de koning van Israël.”
Hij ging op weg, nam tien talenten zilver, zesduizend sikkel goud en tien feestgewaden mee,
en meldde zich met de brief bij de koning van Israël.
Daarin stond: Met deze brief zend ik mijn dienaar Naäman tot u;
ik verzoek u hem van zijn huidziekte te genezen.
Zodra de koning van Israël de brief gelezen had, scheurde hij zijn kleren en zei: “Ben ik soms God, met macht over leven en dood,
dat hij iemand naar mij toestuurt, die ik van zijn huidziekte moet genezen? Let maar eens op mijn woorden: hij zoekt ruzie met mij.”
Toen Elisa, de man Gods, hoorde dat de koning van Israël zijn kleren gescheurd had, liet hij de koning vragen:
“Waarom hebt gij uw kleren gescheurd? Stuur hem naar mij toe. Dan zal hij weten, dat er een profeet is in Israël.”
Toen ging Naäman met zijn paarden en wagen op weg en hield stil voor het huis van Elisa.
Deze zond iemand met de boodschap: Was u zevenmaal in de Jordaan,
dan zal uw huid weer gezond worden en zult gij gereinigd zijn.
Toen werd Naäman boos en ging heen. Hij zei: “Ik had gedacht: hij zal naar buiten komen
en voor me gaan staan. Dan zal hij de Naam van de Heer zijn God aanroepen,
met zijn hand over de plek strijken en de ziekte wegnemen.
Zijn de Abana en de Parpar, de rivieren van Damascus, soms niet beter dan al de wateren van Israël?
Kan ik mij daarin niet wassen om gereinigd te worden?”  Hij keerde zich om en ging verontwaardigd heen.
Maar zijn dienaren gingen naar hem toe en zeiden: “Vader, gesteld dat de profeet
u iets moeilijks opgedragen had, dan had gij het toch ook gedaan?
Waarom dan niet, nu hij u zegt, dat ge u maar hoeft te wassen om weer rein te worden?”
Toen ging hij naar de Jordaan en dompelde zich zevenmaal onder, zoals de man Gods gezegd had.
Zijn huid werd weer als die van een klein kind en hij was gereinigd.
Hij keerde met heel zijn gevolg naar de man Gods terug, trad het huis binnen,
ging vóór hem staan en zei: “Nu weet ik, dat er alleen in Israël een god is,
en nergens anders op aarde.”


Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org

Dagelijkse Vieringen