Soort Lezing
Lezing van 9 april 2025
Uit de profeet Daniël 3,14-20.91-92.95.
In die dagen vroeg koning Nebukadnessar aan de mannen Sadrak, Mezak en Abednego:
“Is het waar dat gij mijn god niet vereert en het gouden beeld, dat ik heb opgericht, niet aanbidt?
Welnu, zijt gij bereid om bij het horen van de klanken van hoorn en fluit, van citer, luit en harp,
van doedelzak en allerlei andere muziekinstrumenten u neer te werpen en het beeld te aanbidden dat ik gemaakt heb?
Weigert gij dat, dan wordt ge op staande voet in het laaiende vuur van een oven geworpen en welke god zal u dan uit mijn macht kunnen bevrijden?”
Zij gaven de koning ten antwoord: “Nebukadnessar, wij vinden het niet nodig op uw vraag een antwoord te geven.
Als er een god is die dat kan, dan is het onze God, die wij vereren: Hij is in staat ons te bevrijden
uit het laaiende vuur van een oven en Hij zal ons ontrukken aan uw greep, koning. Zij gaven de koning ten antwoord:
“Nebukadnessar, wij vinden het niet nodig op uw vraag een antwoord te geven. Hij is in staat ons te bevrijden
uit het laaiende vuur van een oven en Hij zal ons ontrukken aan uw greep, koning.
Maar de koning zij ervan overtuigd, dat, ook als God ons niet redt, wij uw god niet zullen vereren en het gouden beeld dat u hebt opgericht niet zullen aanbidden.'
Toen werd Nebukadnessar woedend op Sadrak, Mesak en Abednego en zijn gelaat vertrok;
hij gaf bevel de oven zevenmaal heter te stoken dan gewoonlijk
en de sterkste kerels uit zijn leger droeg hij op, Sadrak, Mesak en Abednego te binden, en in de laaiende vuuroven te werpen.
Maar plots schrok koning Nebukadnessar, stond ijlings op en zei tot zijn raadsheren:
“Wij hebben toch drie mannen geboeid in het vuur geworpen?” Zij gaven de koning ten antwoord: “Zeker, koning!”
Hij hernam: “Maar ik zie vier mannen ongeboeid en zonder letsel zich in het vuur bewegen, de vierde gelijkt op een godenzoon.”
Toen sprak Nebukadnessar: “Geloofd zij de God van Sadrak, Mezak en Abednego: Hij heeft zijn engel gezonden
om zijn dienaren te redden, die vol vertrouwen op Hem het bevel van de koning hebben overtreden en hun lichamen hebben prijsgegeven, omdat ze geen god wilden vereren of aanbidden dan hun eigen God.”
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org
In die dagen vroeg koning Nebukadnessar aan de mannen Sadrak, Mezak en Abednego:
“Is het waar dat gij mijn god niet vereert en het gouden beeld, dat ik heb opgericht, niet aanbidt?
Welnu, zijt gij bereid om bij het horen van de klanken van hoorn en fluit, van citer, luit en harp,
van doedelzak en allerlei andere muziekinstrumenten u neer te werpen en het beeld te aanbidden dat ik gemaakt heb?
Weigert gij dat, dan wordt ge op staande voet in het laaiende vuur van een oven geworpen en welke god zal u dan uit mijn macht kunnen bevrijden?”
Zij gaven de koning ten antwoord: “Nebukadnessar, wij vinden het niet nodig op uw vraag een antwoord te geven.
Als er een god is die dat kan, dan is het onze God, die wij vereren: Hij is in staat ons te bevrijden
uit het laaiende vuur van een oven en Hij zal ons ontrukken aan uw greep, koning. Zij gaven de koning ten antwoord:
“Nebukadnessar, wij vinden het niet nodig op uw vraag een antwoord te geven. Hij is in staat ons te bevrijden
uit het laaiende vuur van een oven en Hij zal ons ontrukken aan uw greep, koning.
Maar de koning zij ervan overtuigd, dat, ook als God ons niet redt, wij uw god niet zullen vereren en het gouden beeld dat u hebt opgericht niet zullen aanbidden.'
Toen werd Nebukadnessar woedend op Sadrak, Mesak en Abednego en zijn gelaat vertrok;
hij gaf bevel de oven zevenmaal heter te stoken dan gewoonlijk
en de sterkste kerels uit zijn leger droeg hij op, Sadrak, Mesak en Abednego te binden, en in de laaiende vuuroven te werpen.
Maar plots schrok koning Nebukadnessar, stond ijlings op en zei tot zijn raadsheren:
“Wij hebben toch drie mannen geboeid in het vuur geworpen?” Zij gaven de koning ten antwoord: “Zeker, koning!”
Hij hernam: “Maar ik zie vier mannen ongeboeid en zonder letsel zich in het vuur bewegen, de vierde gelijkt op een godenzoon.”
Toen sprak Nebukadnessar: “Geloofd zij de God van Sadrak, Mezak en Abednego: Hij heeft zijn engel gezonden
om zijn dienaren te redden, die vol vertrouwen op Hem het bevel van de koning hebben overtreden en hun lichamen hebben prijsgegeven, omdat ze geen god wilden vereren of aanbidden dan hun eigen God.”
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org