Soort Lezing
Lezing van 15 july 2025
Uit het boek Exodus 2,1-15a.
In die dagen nam een zekere man uit de stam Levi een jonge meisje uit diezelfde stam tot vrouw.
Zij werd zwanger en bracht een zoon ter wereld. Het was een mooi kind en ze hield het verborgen, drie maanden lang.
Toen ze geen kans zag haar zoon nog langer verborgen te houden, nam ze een mand van papyrus,
bestreek die met pek en teer, legde het kind erin en zette de mand tussen het riet langs de oever van de Nijl.
De zuster van het kind ging een eind verderop staan, om te zien wat er met hem zou gebeuren.
Even later kwam de dochter van de farao naar de Nijl om te baden,
terwijl haar dienaressen langs de rivier heen en weer liepen.
Zij ontdekte de mand tussen het riet en liet die door een van haar slavinnen halen.
Ze maakte de mand open en zag daarin het kind. Het jongetje huilde, en vol medelijden zei ze:
‘Dat moet een Hebreeuws kind zijn.’
Toen kwam de zuster van het kind haar vragen: ‘Zal ik bij de Hebreeuwse vrouwen
een voedster gaan zoeken om het kind voor u te voeden?’
‘Ja, doe dat maar,’ antwoordde de dochter van de farao,
waarop het meisje de moeder van het kind ging halen.
De dochter van de farao zei tegen de vrouw: ‘Neem dit kind mee en voed het voor me.
Ik zal u ervoor betalen.’ De vrouw nam het kind mee en voedde het.
Toen het groot genoeg was, bracht ze het naar de dochter van de farao. Deze nam het kind aan
als haar eigen zoon. Ze noemde hem Mozes, ‘want,’ zei ze, ‘ik heb hem uit het water gehaald.’
Toen Mozes volwassen geworden was, zocht hij op een dag de mensen van zijn volk op.
Hij zag welke zware dwangarbeid ze verrichtten en was er getuige van dat een Hebreeër,
een volksgenoot van hem, door een Egyptenaar werd geslagen.
Hij keek om zich heen, en toen hij zag dat er niemand in de buurt was
sloeg hij de Egyptenaar dood; hij verborg hem onder het zand.
De dag daarop zag hij hoe twee Hebreeuwse mannen met elkaar op de vuist gingen.
‘Waarom sla je iemand van je eigen volk?’ vroeg hij aan de man die begonnen was.
Maar die antwoordde: ‘Wie heeft jou als leider en rechter over ons aangesteld?
Wou je mij soms ook doodslaan, net als die Egyptenaar?’
Mozes schrok, hij dacht: Dan is het dus toch bekend geworden!
Toen de farao ervan hoorde, wilde hij Mozes laten doden. Daarom vluchtte Mozes voor de farao.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org
In die dagen nam een zekere man uit de stam Levi een jonge meisje uit diezelfde stam tot vrouw.
Zij werd zwanger en bracht een zoon ter wereld. Het was een mooi kind en ze hield het verborgen, drie maanden lang.
Toen ze geen kans zag haar zoon nog langer verborgen te houden, nam ze een mand van papyrus,
bestreek die met pek en teer, legde het kind erin en zette de mand tussen het riet langs de oever van de Nijl.
De zuster van het kind ging een eind verderop staan, om te zien wat er met hem zou gebeuren.
Even later kwam de dochter van de farao naar de Nijl om te baden,
terwijl haar dienaressen langs de rivier heen en weer liepen.
Zij ontdekte de mand tussen het riet en liet die door een van haar slavinnen halen.
Ze maakte de mand open en zag daarin het kind. Het jongetje huilde, en vol medelijden zei ze:
‘Dat moet een Hebreeuws kind zijn.’
Toen kwam de zuster van het kind haar vragen: ‘Zal ik bij de Hebreeuwse vrouwen
een voedster gaan zoeken om het kind voor u te voeden?’
‘Ja, doe dat maar,’ antwoordde de dochter van de farao,
waarop het meisje de moeder van het kind ging halen.
De dochter van de farao zei tegen de vrouw: ‘Neem dit kind mee en voed het voor me.
Ik zal u ervoor betalen.’ De vrouw nam het kind mee en voedde het.
Toen het groot genoeg was, bracht ze het naar de dochter van de farao. Deze nam het kind aan
als haar eigen zoon. Ze noemde hem Mozes, ‘want,’ zei ze, ‘ik heb hem uit het water gehaald.’
Toen Mozes volwassen geworden was, zocht hij op een dag de mensen van zijn volk op.
Hij zag welke zware dwangarbeid ze verrichtten en was er getuige van dat een Hebreeër,
een volksgenoot van hem, door een Egyptenaar werd geslagen.
Hij keek om zich heen, en toen hij zag dat er niemand in de buurt was
sloeg hij de Egyptenaar dood; hij verborg hem onder het zand.
De dag daarop zag hij hoe twee Hebreeuwse mannen met elkaar op de vuist gingen.
‘Waarom sla je iemand van je eigen volk?’ vroeg hij aan de man die begonnen was.
Maar die antwoordde: ‘Wie heeft jou als leider en rechter over ons aangesteld?
Wou je mij soms ook doodslaan, net als die Egyptenaar?’
Mozes schrok, hij dacht: Dan is het dus toch bekend geworden!
Toen de farao ervan hoorde, wilde hij Mozes laten doden. Daarom vluchtte Mozes voor de farao.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org