Lezing van de dag

Vorige week - Vorige dag - Volgende dag - Volgende week

Lezing van 6 october 2025

Uit het boek Jona 1,1-16.2,1.11.

Het woord van de Heer werd gericht tot Jona, de zoon van Amittai:
'Sta op, ga naar Nineve, de grote stad Nineve, en zeg haar aan,
dat hun verdorvenheid is doorgedrongen tot Mij in den hoge.'
En Jona stond op, maar om te vluchten naar Tarsis, weg van de Heer.
Hij begaf zich naar Jaffa en hij vond daar een schip dat op het punt stond
naar Tarsis te varen; hij betaalde voor de overtocht en ging aan boord
om mee te varen naar Tarsis, weg van Heer.
Maar de Heer smeet hevige wind op de zee en er brak op de zee
zo een hevige storm los, dat het schip dreigde te breken.
De zeelieden werden bevreesd en ieder van hen riep tot zijn eigen god.
Om het schip lichter te maken smeten ze de lading in zee.
Jona echter was afgedaald tot in het diepst van het ruim,
had zich daar neergelegd en was in een diepe slaap gevallen.
De kapitein kwam naar hem toe en zei tot hem: 'Hoe kunt u zo diep slapen?
Sta op en bid tot uw god; dan denkt die god misschien aan ons en gaan wij niet te gronde!'
De mannen zeiden tot elkaar: 'Kom, laten we het lot werpen
om te zien, aan wie het ligt, dat deze ramp ons treft.'
Zij wierpen het lot en het lot viel op Jona. Zij vroegen hem: 'U, aan wie het ligt
dat ons deze ramp treft, vertel ons eens:
'Waarom bent u op reis en waar komt u vandaan?
Wat is uw land en tot welk volk behoort u?'
Jona antwoordde: 'Ik ben een Hebreeër en ik vrees de Heer,
de God van de hemel, die de zee en het land gemaakt heeft.'
Toen werden de mannen zeer bevreesd en ze zeiden tot Jona:
'Hoe hebt u zoiets kunnen doen?' Ze hoorden namelijk dat hij,
om weg te komen van de Heer, op de vlucht was gegaan: dat vertelde hij hun.
Zij vroegen hem: 'Wat moeten wij met u doen om door de zee
met rust gelaten te worden?' De zee werd namelijk steeds stormachtiger.
Hij antwoordde: 'Neemt mij maar op en smijt mij in zee: dan zal de zee u met rust laten.
Ik weet: het ligt aan mij dat deze hevige storm u heeft getroffen.'
De mannen deden nog een poging om terug te roeien naar het land,
maar zij slaagden daar niet in, omdat de zee om hen heen steeds stormachtiger werd.
Toen riepen zij tot de Heer: 'Ach Heer, laat ons niet te gronde gaan,
wanneer wij deze man om het leven brengen, en reken ons dit niet aan
als het vergieten van onschuldig bloed; het heeft U, Heer,
toch immers behaagd, dit te laten gebeuren!'
Toen namen zij Jona op en smeten hem in zee, en de woede van de zee bedaarde.
De mannen werden met grote vrees voor de Heer vervuld;
ze brachten een offer aan de Heer en deden Hem geloften.
Nu zond de Heer een grote vis om Jona te verzwelgen.
En Jona was in de buik van de vis, drie dagen en drie nachten.
Toen sprak de Heer tot de vis en de vis spuwde Jona op het droge.


Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org

Dagelijkse Vieringen