Soort Lezing
Evangelielezing van 4 december 2024
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 15,29-37.
In die tijd toen Jezus kwam Jezus langs het meer van Galilea. Hij ging de berg op en zette zich daar neer.
Talrijke mensen stroomden naar Hem toe, die lammen, gebrekkigen, blinden, stommen en vele anderen met zich mee voerden om ze aan zijn voeten neer te leggen.
Hij genas hen, tot verbazing van het volk dat zag hoe stommen spraken en gebrekkigen gezond werden, lammen liepen en blinden konden zien. En zij verheerlijkten de God van Israël.
Jezus riep zijn leerlingen bij zich en sprak: 'Ik heb medelijden met al deze mensen, omdat ze al drie dagen lang bij Mij blijven, zodat ze nu zonder voedsel zijn; maar Ik wil hen niet laten gaan zonder dat zij eerst gegeten hebben, omdat Ik vrees dat zij anders onderweg zullen bezwijken.'
De leerlingen merkten echter op: 'Waar halen wij op een zo eenzame plaats genoeg brood vandaan om al dat volk te verzadigen?'
Jezus vroeg hun: 'Hoeveel broden hebt ge dan?'Zeven', antwoordden zij, 'en wat visjes.'35
Nadat Hij het volk gelast had op de grond te gaan zitten
nam Hij de zeven broden en de vissen welke Hij na het spreken van het dankgebed brak en ze aan de leerlingen gaf, die ze weer aan het volk gaven.
Allen aten tot ze verzadigd waren en aan overgebleven brokken haalde men nog zeven volle manden op.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org
In die tijd toen Jezus kwam Jezus langs het meer van Galilea. Hij ging de berg op en zette zich daar neer.
Talrijke mensen stroomden naar Hem toe, die lammen, gebrekkigen, blinden, stommen en vele anderen met zich mee voerden om ze aan zijn voeten neer te leggen.
Hij genas hen, tot verbazing van het volk dat zag hoe stommen spraken en gebrekkigen gezond werden, lammen liepen en blinden konden zien. En zij verheerlijkten de God van Israël.
Jezus riep zijn leerlingen bij zich en sprak: 'Ik heb medelijden met al deze mensen, omdat ze al drie dagen lang bij Mij blijven, zodat ze nu zonder voedsel zijn; maar Ik wil hen niet laten gaan zonder dat zij eerst gegeten hebben, omdat Ik vrees dat zij anders onderweg zullen bezwijken.'
De leerlingen merkten echter op: 'Waar halen wij op een zo eenzame plaats genoeg brood vandaan om al dat volk te verzadigen?'
Jezus vroeg hun: 'Hoeveel broden hebt ge dan?'Zeven', antwoordden zij, 'en wat visjes.'35
Nadat Hij het volk gelast had op de grond te gaan zitten
nam Hij de zeven broden en de vissen welke Hij na het spreken van het dankgebed brak en ze aan de leerlingen gaf, die ze weer aan het volk gaven.
Allen aten tot ze verzadigd waren en aan overgebleven brokken haalde men nog zeven volle manden op.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org