Hij ruste in vrede!
Mijn ervaringen
Kardinaal Simonis was bischop van Rotterdam voordat hij aartsbisschop van Utrecht werd en hij heeft mij de diaken en priesterwijding toegediend. In 1971 was hij tot bisschop- van Rotterdam gewijd (20 maart) en een jaar later hadden een klasgenoot van mij en ik een gesprek met hem over ons verlangen om priester te worden. Waarschijnlijk had ik hem - onbewust - eerder gezien tijdens het Pastoraal Concilie dat plaats vond in de aula van Leeuwenhorst, het (voormalig) kleinseminarie van het bisdom Rotterdam.
Op aanwijzing van bisschop Simonis ging ik na het gymnasium naar de KThA in Amsterdam, waarbij de bisschop aanwijzingen gaf over de plaats waar ik zou wonen en de priester die geestelijke begeleiding zou geven. Na een jaar wees die geestelijke begeleiding me de weg naar Rolduc, waar toen een seminarie zou beginnen met een eigen lesprogramma.
Als priesterstudent ontmoette ik bisschop Simonis met regelmaat bij zijn bezoeken op het seminarie Rolduc en in de vakanties. In 1979 heeft mgr. Simonis mij tot diaken en later dat jaar tot priester gewijd. Nadat ik bijna twee jaar als kapelaan in de Haagse H. Familieparochie had gewerkt, gaf mgr. Simonis me de opdracht in Rome canoniek recht te gaan studeren en hij vroeg me - vlak voordat hij als coadjutor naar Utrecht vertrok - docent te worden op het seminarie Rolduc. In Rome zag ik kardinaal Simonis als hij naar de eeuwige stad kwam en in het Nederlands college logeerde waar ik toen woonde. Het contact is altijd wel gebleven, zij het niet zeer frequent totdat hij de laatste jaren dichterbij kwam wonen, in Voorhout.
Geen ‘hardliner’
Kardinaal Simonis was zeker geen ‘hardliner’, maar eerder een sympathieke, eenvoudige en hartelijke persoon. Maar hij had zijn geloofsovertuiging en daarin was hij volledig, in alles een man van de kerk. Die overtuiging liet hij zich zeker niet afnemen door wat voor mode of stroming ook. Dat betekende dat hij in de zeventiger jaren van de vorige eeuw als conservatief werd gezien, maar geleidelijk groeide er steeds meer begrip voor zijn opvattingen en menselijke instelling. Hij had misschien niet altijd het diplomatiek juiste woord in een concrete situatie, maar degene die daar op dat moment doorheen wist te zien, zag een man die oprecht, eenvoudig en gelovig was. Hij heeft het geloof bewaard.
Dat zij U kennen!
In de eerste jaren in het bisdom Rotterdam heeft zijn nadruk op het gebed, het geloof, het priesterschap hem in de publiciteit veel hoon opgeleverd. Alleen zijn wapenspreuk ‘Ut cognoscant Te’ (Dat zij U kennen) vond men toen al arrogant. Maandelijks schreef hij in die eerste tijd een brief aan het bisdom, die in de parochies werd verspreid (waar de pastoors bereid waren mee te werken) en waaruit deze geest sprak: hij wilde van een pratende kerk een biddende kerk maken. Het werkte! Na jaren van totale leegte, kwamen er weer priesterroepingen, totdat er weer zo'n dertig kandidaten voor het bisdom waren. Hij had het belang van geestelijke zaken en van een roeping om Jezus Christus na te volgen weer in het centrum van de geloofsaandacht geplaatst.
Rustiger
Zijn vele jaren als aartsbisschop van Utrecht waren al wat rustiger. Langzamerhand wist hij de harten van zijn diocesanen te veroveren en door zijn eenvoud, hartelijkheid, aandacht voor de persoon en zijn geloof, de mensen een beeld van Christus, de goede herder te laten zien.
Hij was geen optimist, maar zijn natuurlijke pessimisme werd getemperd door geloof en overgave.
Nu is hij niet meer onder ons. Gelukkig heeft hij geen lang ziekbed gekend, want tegen dat proces van sterven en de dood zag hij op. De Heer heeft hem thuis gehaald, zonder veel omwegen.
Moge hij rusten in vrede, moge Hij de Heer nu kennen en zien van aangezicht tot aangezicht!